Auteur:
Datum:
Inhoudsopgave
1.Kleppen stellen 3
2.Het koelsysteem (open) 5
3.Het gesloten koelsysteem 6
4.Brandstofsysteem 7
5.Smeeroliesysteem 8
6.Tips voor motorproblemen 9
Om de klep speling te meten, kunnen voelermaten (bij Halfords te halen) worden gebruikt. In het instructieboek van de motor staat de klep speling vermeld.
Een voorbeeld is (kleppen van bovenaf gezien):
Hierbij is 20 dus 20/100.
Meten van de klep speling:
Belangrijk is om te weten hoe de motor draait. Dit kan gezien worden door de motor te starten en te kijken waar de poelie of V-snaar heen draait. Van achter de motor moet dan ook die kant op worden gedraaid.
Het tuimelmoment moet handmatig gezocht worden, dit is wanneer beide kleppen bovenaan staan en bezig zijn (de ene met de werkslag en de ander met de uitlaatslag). Een uitlaatklep komt omhoog en de inlaatklep gaat altijd direct daarna omlaag. Eerst moet gezocht worden naar een klep die omhoog gaat, waarna direct de andere klep omlaag gaat. De klep die direct omlaag gaat is de inlaatklep. Het moment dat de ene klep net omhoog is gegaan en dat de andere direct omlaag gaat is het tuimelmoment.
Wanneer dit tuimelmoment is gevonden, moet nog ongeveer een kwart tot halve slag worden doorgedraaid. Op dit moment zullen de kleppen los staan.
Wanneer de kleppen los staan, moet de voelermaat er tussen worden gedaan. Wanneer de voelermaat niet past, staat de klep te strak en zal de speling moeten worden aangepast. Een klep kan beter te ruim staan dan te strak.
Als de klep is gesteld moet de voelermaat stroef tussen de klep gaan.
Voor het draaien van de motor kan het beste een ratelsleutel worden gebruikt. De ratelsleutel moet gedraaid worden in de richting van de motor (¼ tot ½ slag draaien na het tuimelmoment).
Pakkingen van het kleppenhuis moeten altijd worden vervangen als een motor lang gedraaid heeft (eigenlijk dus bij elke controle van de kleppen). Nieuwe pakking kost tussen de 20 en 40 euro per stuk.
De resten van de oude pakking kunnen het beste worden verwijderd met een keukenmesje (geen schroevendraaier o.i.d) door van binnenuit naar buiten te snijden.
Voordat de nieuwe pakking wordt geplaatst, kan een laagje doorsmeervet op de randen van het kleppenhuis en de motor worden aangebracht om het kleppenhuis beter af te sluiten.
Na 1 of 2 dagen varen, kan het kleppenhuis nog worden aangedraaid, vaak is 1 of 2 slagen voldoende.
Regelmatig moet je de wierpot controleren en indien nodig ook schoonmaken. Om de wierpot echt goed schoon te krijgen kan schoonmaakazijn worden gebruikt of met een klein spijkertje alle gaatjes doorprikken.
De pakking van de wierpot moet gecontroleerd worden, deze moet veerkrachtig blijven. Wanneer de pakking hard is, moet deze vervangen worden, anders werkt het vacuum niet meer.
Impeller huis moet eigenlijk elk jaar en anders minimaal elke 2 jaar gecontroleerd worden. Heel snel is te controleren of de impeller en dus de koeling goed werkt door de motor te starten en dan moet 10 minuten lang met dezelfde tussenpozen water geloost worden.
Zorg dat je altijd een reserve impeller bij je aan boord hebt.
Het vervangen van de impeller kan het beste op de volgende manier:
Plastic tasje onder het impellerhuis hangen om losse onderdelen op te vangen.
Impeller eruit wippen met 2 beschermde schroevendraaiers. Een beschadiging aan het impellerhuis zorgt er nl. voor dat het vacuum niet meer werkt.
Nieuwe impeller op dezelfde manier terugplaatsen. De rubbers moeten flexibel blijven en geen scheuren vertonen.
Impeller kan je tijdens de winter verwijderen en in een potje met antivries bewaren, zo blijft deze soepel.
Wanneer veel vet onder de aansluiting v/h impellerhuis op de motor zit, moet de pakking v/h impellerhuis worden vervangen.
Wanneer je een nieuwe impeller haalt, moet ook nieuw pakkingpapier voor deksel v/h impellerhuis worden gehaald. Deze moet nl. altijd vervangen worden als het impellerhuis open is geweest.
Elke 8 vaaruren moet het vetpotje op de impeller 1 slag worden aangedraaid (draaien tot je weerstand voelt en dan 1 slag doordraaien). Wanneer het vet op is, moet er watervast waterpompvet in.
De thermostaat moet elk jaar gecontroleerd worden en in de winter kan je deze bewaren in koelvloeistof of antivries, hierdoor lost de ketelsteen op. Bij een gesloten koelsysteem moet je er NIET aankomen.
Koelvloeistof moet elke 2 jaar vervangen worden.
Het koelsysteem moet in de winter gevuld worden met antivries (mag 50/50 gemengd worden met water. Als je het met koelvloeistof doet, mag je NIET mengen met water. Koelvloeistof mengt niet goed met water en dan ben je niet 100% beschermd tegen bevriezing).
Het koelsysteem kan je vullen vanuit de wierpot. Motor laten draaien tijdens het vullen totdat bij de uitlaat/afvoer gekleurd water naar buiten komt.
De boordafsluiter vullen met antivries:
Slang losmaken bij de wierpot (zorg wel dat de afsluiter dicht zit). Blazen totdat lucht onder de boot komt, doe de afsluiter weer dicht. Vullen met antivries. Weer blazen tot je zeker weet dat antivries ook door de afsluiter heen is gegaan en doe de afsluiter dan weer dicht.
Het zelfde kan gedaan worden voor het toilet.
Boordafsluiters moeten altijd dicht gezet worden, ook als je maar even weg bent!
Een beluchter is belangrijk, deze helpt dat terugslag van een uitlaat er niet voor zorgt dat water in de motor kan komen. Een beluchter moet +/- 40 cm boven de waterlijn zitten.
Kant en klare koelvloeistof moet compleet vervangen om de 1 tot 2 jaar.
Er mag nooit lucht in het systeem zitten, dus ontluchten, soms bij moderne motoren gebeurt dit automatisch.
Extra koeling wordt vaak verkregen door een warmtewisselaar. Een koperen leiding loopt door de koelvloeistofbak. Met behulp van een impeller pompt deze steeds koelwater door de bak met koelvloeistof. Bij zo'n warmtewisselaar bestaat dus wel een wierpot en impeller om te controleren, winterklaar maken moet ook weer gebeuren met antivries.
Wanneer de koelvloeistof/antivries in het gesloten systeem -15 graden bij een weging aangeeft, moet de koelvloeistof vervangen worden. Uiteindelijk moet tot -30 graden bescherming geboden worden door de koelvloeistof.
Bij startproblemen met een open koelsysteem moet na een paar keer de boordafsluiter dichtgezet worden. Anders kan de motor vollopen moet water. Dit is alleen nodig bij een open koelsysteem.
Groffilter met waterafscheider moet aanwezig zijn. Niet alleen een fijnfilter is voldoende.
De inhoud voor het groffilter is te koop bij Brezan, is voor auto's maar een stuk goedkoper dan bij een botenzaak.
Anti-vlokmiddel moet worden toegevoegd aan de diesel voor dat de boot lange tijd niet meer wordt gebruikt aan het einde van het seizoen.
Brandstoffilters kunnen het beste in het voorjaar worden vervangen. Dan zitten de vlokken van bevroren diesel in de oude filters.
Pakkingen van brandstoffilters hoeven bijna nooit vervangen te worden, deze blijven zeer lang goed omdat ze in aanraking komen met diesel.
Papieren filters moeten wel elk jaar vervangen worden.
Filters vervangen:
Losdraaien met een oliefiltertang (te krijgen bij Halfords, ziet er uit als een soort fietsketting, nog beter is met een canvas riem, die past tenminste overal tussen.)
Na vervangen van de filters moet het systeem ontlucht worden.
Brandstofdoorvoerpomp heeft vaak een hendel. Per pomp moet de nippel worden losgemaakt, pompen totdat er iets diesel uitkomt, nippel weer vast zetten en verder met de volgende pomp.
Om dit te verbeteren kan een balg (net als bij een buitenboordmotor voor de brandstofslang) vlakbij de groffilter (er vlak voor) worden gezet. Hiermee kan het hele systeem worden ontlucht, moderne systemen kunnen vaak zelf ontluchten.
Brandstoftoevoegingen maken de motor schoon. Een paar keer goed gas geven, met de brandstoftoevoeging erbij, maakt de injectors schoon en voorkomt roeten van de motor.
Een brandstoftoevoeging gebruik je +/- 2 weken voordat de boot op de kant gaat (najaar), zorg wel dat je nog even een stuk gaat varen wanneer het is toegevoegd. In het voorjaar, wanneer je net 1 a 2 weken weer vaart is het ook goed om brandstoftoevoeging te gebruiken.
Brandstoftoevoeging van het merk STP voldoet perfect.
Altijd zelfde type olie gebruiken.
Slick 50 is de enige goede toevoeging wanneer olie en filters zijn vervangen. Dit voeg je toe tot eerst de olie tot het minimum te vullen. Dan bijvullen tot het maximum met Slick 50. Dit hoeft maar 1 keer te gebeuren in de gehele levensduur v/d motor. Na 2 weken het oliepeil meten, als het nodig is, olie bijvullen. Wanneer Slick 50 in de olie is gegooid, moet direct minimaal 1 uur de motor draaien.
Slick 50 is een soort noodsmering. Voor een koude start of veel heen en weer klotsen van het schip en dus de motor is dit handig om toegevoegd te hebben. Het zorgt ervoor dat altijd smering in de motor aanwezig is. Het beschermt ook tegen roest aan de binnenkant van de motor.
Het zorgt er o.a. voor dat de motor stiller en zuiniger gaat lopen.
Het is te koop bij Halfords.
Slick 50 mag NIET in een nieuwe motor worden gebruikt. Dit mag pas na +/- 2 jaar gebruik.
Wanneer de motor koud niet goed start, maar warm geen problemen heeft, kan vaak een gloei-bougie kapot zijn.